Karman en Jansen kozen voor hun eerste proeflapje een afbeelding van een gezicht dat is geabstraheerd tot kleurvlakken, afkomstig kunstenaar Young Park. Daarna volgde het rekenwerk. Jansen en Karman maakten een patroon van het motief en vogelden uit welke steek in het proeflapje welke kleur moest krijgen. Dat patroon werd vertaald naar een verfschema, waarbij rekening werd gehouden met 1,75 centimeter garen per steek. Voor het proeflapje werd het garen met de hand geverfd, maar in de toekomst zou dat mogelijk machinaal kunnen gebeuren om het garen kant-en-klaar aan particulieren te leveren.
Samenwerking
Karman en Jansen bedachten het project samen, maar verdeelden het breien en verven onderling. “Joost is eigenlijk geen breier,” vertelt Karman, “maar hij zit gewoonlijk vaak in de bedenkersrol, en wilde nu ook wel eens de uitvoering doen.” Jansen verfde om die reden het garen. Dat kostte hem ongeveer 58 uur, dus meer dan zeven werkdagen. Karman: “Het vooraf inverven van het garen bleek erg veel werk, dus het zou goed zijn als dat machinaal zou kunnen.”