Kim Blekkenhorst
Veel van de producten die we consumeren komen uit het buitenland. Veel mensen zijn zich ervan bewust dat de groenten die we eten van over de hele wereld komen. Steeds meer mensen proberen hun koopgedrag aan te passen en lokale seizoensgroenten te kopen. Maar hoe zit het eigenlijk met het bord waar we van eten? Waar komt dat vandaan? En is dat ook lokaal te produceren? Dat zijn de vragen die centraal staan in het onderzoek van Kim Blekkenhorst voor het (w)aardewerk project van Crafts Council Nederland.
Kim studeerde illustratie aan de HKU en in haar eigen studio in Amsterdam combineert zij dit met keramiek. In een zoektocht naar het verduurzamen van haar praktijk begon Kim zich af te vragen waar de materialen die ze gebruikt vandaan komen. “Het verbaasde mij eigenlijk dat zelfs ik als keramist, iemand die iedere dag bezig is met klei en servies, niet wist waar die klei vandaan kwam. Toen ik de kleigroothandel belde om dat uit te zoeken, wisten zij het eigenlijk ook niet.”
Van Nederlandse Bodem
Kim werd in een ander werkveld op het spoor van duurzame, lokale producten gezet: “Ik werkte in een restaurant in Amsterdam waar de chef veel gebruik maakte van lokale groenten van het seizoen en veel groenten conserveerde. Hierdoor werd ik zelf geactiveerd om na te denken over waar de grondstoffen die ik gebruik vandaan komen en kreeg ik waardering voor traditionele kennis over wat er mogelijk is met onze grond die ik zelf niet bezat.” Zo ontstond bij Kim nieuwsgierigheid naar wat ze nog meer uit de Nederlandse bodem zou kunnen halen.
Om keramiek te draaien is klei nodig, en die is in Nederland in overvloed aanwezig in de vorm van zware zeeklei en rivierklei. Bijvoorbeeld de bekende Nederlandse rode bakstenen zijn gemaakt van rivierklei, die vol zit met mineralen en ijzeroxiden. Kim raadpleegde bodemkundigen van de Universiteit Wageningen en kwam zo in aanraking met de Nederlandse Bodemkaart. Op deze kaart is te zien welke bodemsoort er te vinden is per gebied in Nederland. Ze haalde haar schep tevoorschijn en delfde zelf rivierklei in Wageningen en zeeklei in Enkhuizen. “Het is geweldig om te merken dat het vinden en opgraven van je eigen klei eigenlijk heel eenvoudig is.”
Traditionele kennis
Na het opgraven moet de klei gewassen, uitgedroogd, fijngemalen en gezeefd worden voordat hij gebruikt kan worden om keramiek van te maken. Kim werkte al met vergelijkbare stappen omdat ze in haar werkplaats op dezelfde manier alle restklei opnieuw verwerkt tot bruikbaar materiaal. Dit is iets wat veel keramisten doen om spaarzaam met de grondstof om te gaan. “Ik geef vaak keramiek workshops en ik vind het belangrijk om mijn cursisten te leren hoe ze duurzaam met klei kunnen omgaan.”
Het doorgeven van haar kennis is voor Kim een belangrijke motivatie. “Ik wil mensen graag bewust maken van wat we uit onze eigen achtertuin kunnen oogsten. Traditionele kennis over hoe we dingen zelf lokaal kunnen vinden, verwerken en bewaren is op de achtergrond geraakt. Dat is heel jammer, omdat deze juist kan helpen bij het duurzamer omgaan met de aarde”.
Voor (w)aardewerk maakt Kim daarom een combinatie van haar kennis over seizoensgroenten en lokale klei.
Tijdens een residentie bij AGA-lab in Amsterdam ontwikkelde Kim zeefdrukken van groenten die in verschillende seizoenen geoogst kunnen worden. Deze drukt ze op een kleitablet dat op deze manier werkt als een soort seizoensgroentenkalender die ons vertelt over wat er allemaal mogelijk is met onze eigen kleibodem. Daarnaast draaide Kim een set servies van haar zelf gedolven klei en bewerkte deze met de sgraffitto techniek. Dit is een techniek waarbij een engobe (een laag kleislib) aangebracht wordt op het klei product waarin daarna gegraveerd kan worden. Kim brengt op servies van grijze zeeklei een laag rode rivierklei slib aan, en vice versa. Vervolgens graveert ze haar illustraties van seizoensgroenten in het servies, waardoor een mooi kleurcontrast ontstaat.
Keramiek is zo populair, we moeten oppassen dat het geen wergwerpproduct wordt. Mijn insteek is altijd om dingen te maken die je generaties lang doorgeeft. Dat is wat mij aantrekt in ambacht.
Maken en leren
Door met zoveel aandacht te werken aan haar producten, staat Kim stil bij de waarde van dagelijkse objecten. “Keramiek is zo populair, we moeten oppassen dat het geen wergwerpproduct wordt. Mijn insteek is altijd om dingen te maken die je generaties lang doorgeeft. Dat is wat mij aantrekt in ambacht.”
Voor de toekomst van keramiek gelooft Kim in samenwerking en kennisuitwisseling. “Van de (w)aardewerk community of practice heb ik veel geleerd, omdat ik in aanraking kwam met mensen die ongelofelijk veel kennis hebben over keramiek. Sommige deelnemers werken veel meer vanuit een onderzoekend en technisch oogpunt. Ik leer zelf meer tijdens het maken. Die uitwisseling is heel waardevol.” Kim gaat voorlopig door met haar onderzoek, bijvoorbeeld naar duurzamere glazuren. Ook blijft ze de vertaalslag van deze kennis maken naar de keramieklessen die ze geeft. “Er is nog zo veel te leren!”
Tekst: Anke Vromen
Fotografie: Fan Liao