Weet je nog wanneer je zelf voor het eerst goudborduursel zag?
“Ik weet niet meer precies wanneer ik het voor het eerst tegenkwam. Misschien in het katholieke klooster dat ik vroeger wel eens met mijn tantes bezocht. Ik ben katholiek opgevoed, de katholieke kerk staat bekend om het gebruik van goud in decoraties en gewaden. In het klooster hingen hele mooie werken, met prachtig reliëf, ik weet niet meer precies wat erop stond, waarschijnlijk veel christelijke symboliek. Die fascineerden me enorm. Ik begreep niet meteen hoe ze gemaakt waren. Toen ik ontdekte dat het goud was geborduurd, was ik diep onder de indruk.”
Hoe heb je zelf leren borduren?
“Ik heb het op de lagere school geleerd, naast andere vormen van handwerk zoals haken en breien. Een paar borduurwerkjes uit die tijd heb ik bewaard. Als ik daarnaar kijk denk ik: jee, ik kon eigenlijk best goed borduren voor een klein kind.”
“Ik ben uiteindelijk sociaal-cultureel werk gaan doen, maar het goudborduren bleef altijd door mijn hoofd spoken. Ik wist alleen niet waar ik moest beginnen: waar ik het kon leren, of waar ik gouddraad kon vinden. Fourniturenwinkels hebben vaak wel goudkleurig synthetisch naaigaren, maar dat is niet hetzelfde.”
“Op een gegeven moment besloot ik wat onderzoek te gaan doen. Ik ben cursussen gaan volgen in het buitenland, onder andere bij de Royal School of Needlework, en ik heb zes weken stage gelopen bij een atelier in een Duits nonnenklooster. Daar werden paramenten gemaakt: de textiele voorwerpen die in de katholieke kerk worden gebruikt, zoals kleding voor priesters en vaandels. Dat was een geweldige tijd.”
Wat maakte die tijd zo geweldig?
“Ten eerste was het een heel mooi klooster. Het lag heel afgelegen en was helemaal zelfvoorzienend, met een moestuin en alles. Het had een prachtig atelier, met ramen rondom, je keek uit op akkers. Af en toe zag je een tractor in de verte, verder was er meestal niemand te zien.”
“De weefzuster weefde de zijden doeken waarop we werkten. Die stof ging vervolgens naar het borduuratelier. De hoofdzuster van het klooster leidde het atelier. Zij overlegde met klanten, maakte een ontwerp, en dat werd dan uiteindelijk geborduurd door de andere zusters, en door mensen zoals ik, die in dienst waren. We zaten elke dag te borduren, de hele week lang. De stilte, de sfeer… Heerlijk.”