Het is een vrijdagochtend in november, negen uur. Buiten waait een klamme wind, maar in buurthuis De Linie in Capelle aan den IJssel is het warm. Op een lange tafel staan mokken thee en koffie, schalen zelfgebakken koekjes en doosjes met garens. Eromheen zitten zes vrouwen van verschillende leeftijden. Ze praten en lachen met elkaar in het Arabisch of Nederlands, terwijl ze motieven borduren op katoenen stof: planten, bloemen, vogels en sterren, uit Syrië, Palestina, Irak of Jordanië.
Fatima Abbadi loopt rond. Af en toe buigt ze zich over een van de vrouwen heen, wijst iets aan, of maakt een praatje. Fatima is de oprichter van deze borduurgroep, die op het internet staat geadverteerd als een cursus Arabisch borduren. In werkelijkheid is het veel meer, vertelt Fatima. De borduurgroep is een plek waar vrouwen elkaar kunnen ontmoeten en waar verdwijnende Arabische borduurtradities nieuw leven worden ingeblazen.
Om bij het begin te beginnen: hoe kwam jij zelf in aanraking met Arabische borduurtradities?
‘Ik heb een Jordaans-Palestijnse vader en een Italiaanse moeder. Ik ben geboren in Abu Dhabi, in de Verenigde Arabische Emiraten. We hadden buren uit allerlei Arabische landen die allemaal hun eigen cultuur meebrachten, waaronder prachtige kledingstukken: dishdasha’s bezet met pailletten, of jurken met Palestijns handborduurwerk. Mijn moeder leerde borduren en ik leerde het weer van haar, toen ik een jaar of tien was. Ze gaf me alleen een patroon. Ik moest zelf uitzoeken hoe het werkte: waar ik de naald in de stof moest steken, en waar hij er weer uit moest komen.’