De Borduurschool: Desiree Hammen

‘Sorry, mijn atelier is een beetje ontploft,’ lacht Desirée Hammen. Haar studio in de Eindhovense buurt Strijp-S staat vol met dozen, kratjes en bakjes, gevuld met materialen die Desirée gevonden heeft op straat: vertrapte glitterslingers, stukjes blik, takjes. Op tafel liggen mallen voor kralen van bio-plastic die ze zelf ontwikkelt, en er staan potten met kleine gedroogde bonen in allerlei kleuren, die ze kweekt in haar eigen tuin. Desirée pakt een citroengele boon uit een pot en houdt hem met een stralend gezicht omhoog. ‘Kijk eens hoe prachtig!’

Al deze materialen gebruikt Desirée om mee te borduren. Ze maakt er droomachtige composities mee: met planten, bloemen en teksten, of abstract. Dat doet ze met grote technische bedrevenheid: Desirée werd opgeleid in het Parijse haute couture-borduuratelier Lesage, dat al decennialang borduurwerk levert aan modehuizen als Chanel. Die wereld lijkt op het eerste gezicht moeilijk te rijmen met straatjutten en bonen planten, maar in het werk van Desirée komt dit alles bij elkaar.

Wanneer begon je met borduren?

“Ik leerde het als kind op de basisschool, ik was denk ik een jaar of zes. Ik herinner me een paar van mijn eerste projecten: een handwerketui waar ik zelf twee eenden op geborduurd had, en een handwerktas met een krokuspatroon. Die patronen had ik waarschijnlijk uit een boek van mijn moeder gevist. ‘Huis-, tuin- en keukenideeën’ heette het. Daaruit nam ik voorbeelden mee naar school, om te borduren. Daar had ik best wat moeite mee, maar ik deed het toch.”

“Ik maakte ook graag poppenkleren, samen met mijn peettante. Zij deed alles op de naaimachine, maar ik wilde het naaien met de hand kunnen doen. Ik deed het heel precies, net zoals de machine. Het besef dat ik gewoon zelf iets kon maken vond ik helemaal te gek. Ik kan het nog steeds voelen hoe goed dat voelde.”

Je bent later een modeopleiding gaan doen aan ArtEZ, in Arnhem. Heb je daar veel geborduurd?

“Niet echt, eigenlijk. De interesse was er zeker nog wel: ik volgde buiten schooltijd lessen goudborduren bij Margreet Beemsterboer, en toen we in het derde jaar als klas een gezamenlijke collectie maakten werd ik tot hoofd borduren benoemd. Maar ik dacht er nog niet aan om van borduren mijn beroep te maken. Er zat ook niet veel borduurwerk in mijn afstudeercollectie. Dat wilde ik wel, maar ik was veel te veel tijd kwijt aan patroontekenen. Dat vond ik heel moeilijk, dus daar ging al mijn aandacht naartoe.”

Je studeerde in 2003 af. Wat ben je daarna gaan doen?

“Van alles en nog wat. Echt in de mode werken wilde niet zo lukken, met de meeste commerciële bedrijven was het geen match. Door mijn visie op handwerk, en mijn ervaring daarin, werd ik wel gevraagd om onderdeel te worden van het hybride modecollectief Paintedseries. Ik heb ook gewerkt voor het Nederlandse modelabel The People of the Labyrinths en als assistent van de Amerikaanse modeontwerper en kunstenaar Susan Cianciolo. Zij heeft een brede opvatting over materiaalgebruik. Alles kan voor haar materiaal zijn: tafelkleden, handdoeken, nepbloemen. Dat heeft mijn blik geopend.”

“Ik maakte ook eigen werk, waarin ik borduurwerk en performance combineerde. Dat werk ging vaak over het modesysteem, over de vraag hoe dingen worden gemaakt en hoe ze waarde krijgen. Een voorbeeld: sommige kledingstukken zijn extreem duur en andere juist supergoedkoop, terwijl er in beide gevallen menselijke arbeid aan te pas is gekomen. Waarom werkt het zo?”

“Ik wil waardering uiten voor alle spullen die bestaan en de energie die daarin is gaan zitten. De materialen die ik van de straat opraap zijn allemaal gemaakt door iemand, en na gebruik achteloos weggegooid. Dat is een grote ergernis van me, maar ook een bron van inspiratie en van materialen.”

“In de tijd dat ik in Arnhem studeerde, begon ik wel met het verzamelen van materialen op straat. Ik wandelde veel door de natuur in en rond de stad, en dan zag ik overal dingen liggen. Die ben ik gaan oprapen en gebruiken voor mijn werk, later in combinatie met couture-technieken. Zoals in couture-borduren bouw ik borduursels op in verschillende lagen, en gebruik ik pailletten en kraaltjes. Dan ga je in een stukje gevonden plastic opeens hele andere dingen zien.”

Desirée pakt er een van haar eigen werken bij. “Kijk hier, de doffe glans van dit plastic, dat is toch eigenlijk heel mooi.”

Je borduurt ook veel met natuurlijke materialen: takjes, blaadjes…

“Ik heb altijd van de natuur gehouden. Ik heb veel in de tuin van mijn ouders gewerkt, ik ben een korte tijd bloemist geweest, en directeur van een gemeenschappelijke tuin hier in Eindhoven, GardenMania. Nu heb ik mijn eigen moestuin. Ik maak pigmenten van planten en kruiden die daar groeien om stof mee te verven, en ik borduur met de bonen die ik kweek.”

Dat klinkt als een heel andere wereld dan het couture-borduren. Hoe ben je daar terechtgekomen?  

“Ik had al eens over Lesage gehoord, het leek me een interessante plek. Op een gegeven moment zag ik de documentaire Signé Chanel, over het haute couture-atelier van het merk Chanel en de samenwerkingen die het bedrijf aangaat met specialisten. Daarin kwam Mevrouw Pouzieux voorbij. Zij weefde alle bandjes waarmee de klassieke Chanel-jasjes zijn afgezet. Dat deed ze met de hand, vanuit haar eigen boerderij in Frankrijk. Behalve handwerkspecialist was ze ook boerin. In de documentaire komt er iemand van Chanel bij haar langs om bandjes op te halen. ‘Nu even niet,’ zegt ze tegen hem, ‘het hooi moet naar binnen, want het gaat morgenmiddag regenen.’ En hup, weg is ze, naar het land, het hooi binnenhalen.”

“Oh, dacht, ik, zo kan het dus ook! Je kunt met natuur bezig zijn én haute couture maken. Je kunt een zolder hebben met machientjes om bandjes mee te maken, én een groot stuk land. Toen ik dat eenmaal wist, wilde ik dat ook. Dankzij een subsidie kon ik in 2009 een oriëntatiecursus gaan doen, en daarna een opleiding.”

Wat heb je bij Lesage gevonden?

“Ik vond herkenning en verwantschap, en een grote liefde voor het vak. Ik houd van het repetitieve, de zorgvuldige opbouw van een haute couture-borduurwerk, de balans tussen materialen. Ik vond het heerlijk om de meest uitgewerkte vorm van de gebruikte steken en technieken toe te passen en leerde het vak tot in de puntjes te beheersen. Toen ik klaar was met de opleiding kon ik borduren met mijn ogen dicht.” 

“Het was ook in die tijd dat ik besefte: aha, blijkbaar is borduren een beroep dat bij me past. Tot nu toe had ik bij mijn modebanen altijd de behoefte om daarnaast nog eigen werk te maken. Maar als ik borduren als werk zou kunnen doen, dacht ik, dan hoef ik er niks naast. Dan is het goed, dan ben ik blij.”

Wat voor impact had de opleiding bij Lesage op je borduren?

“Na de opleiding kon ik het haute couture-borduren helemaal. Toen was de uitdaging om dat te doen zonder mijn eigenheid te verliezen. Dat doe ik door te freestylen, of mijn energie in het borduurwerk te stoppen. Daar hangt bijvoorbeeld een borduurwerk met de tekst keep it cool, dat maakte ik toen ik boos was. Ik heb het een beetje wild geborduurd. Maar ik heb er toch ook pailletten en doorzichtige kralen in verwerkt, bij wijze van couture-element.”

Je ontwikkelt zelf ook materialen, van bioplastic. Waarom doe je dat?

“Ik wil borduren zonder de natuur iets aan te doen. Ze is een grote inspiratiebron voor me, ik wil haar respecteren en behouden. Veel standaard borduurmaterialen, zoals pailletten, zijn gemaakt van plastic. Ik vind plastic een geweldig materiaal om mee te werken, maar ik wil zo min mogelijk nieuwe plastics gebruiken die uiteindelijk in de natuur terechtkomen.”

“Een tijd geleden werd ik door de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag gevraagd om invulling te geven aan een nieuw vak over textielinnovatie. Ik heb ervoor gekozen om samen met de studenten te gaan leren om biomaterialen te maken, op basis van planten, bijvoorbeeld. Ik ben gaan experimenteren met onder meer agar agar, afkomstig van algen, voor het maken van kralen. Van het Stimuleringsfonds heb ik een subsidie gekregen om verder onderzoek te kunnen doen naar de toepassing van biomaterialen in het borduren. “

“Ik hoop dat uiteindelijk alle borduurmaterialen, van pailletten en kralen tot verf, van biomaterialen gemaakt kunnen worden, in alle vormen die we maar willen.”