Benedetta Pompili
Zelfglazurend keramiek.
Kunnen we technieken uit het verleden toepassen als oplossing voor de problemen van nu? “Een van de grootste kwesties waar de keramiekwereld nu voor staat is de hoeveelheid warmte energie die achter het maakproces zit.” Benedetta Pompili, social designer en keramiek onderzoeker, gaat daarom op zoek naar manieren om de hoeveelheid energie die in het maken van keramiek gaat zitten naar beneden te brengen. Dit doet ze voor het (w)aardewerk project van Crafts Council Nederland door onderzoek te doen naar de mogelijkheden van keramiek dat zichzelf glazuurt in de oven. Hiervoor laat ze zich inspireren door historische technieken.
Het productieproces van keramiek kost veel warmte energie om verschillende redenen. Klei en porselein moeten op hoge temperaturen gebakken worden om hard te worden (tussen de 900 en 1400 graden Celsius). Na het bakken van de keramiek wordt er glazuur aangebracht en om de glazuur uit te harden wordt er vaak een tweede keer gebakken. Benedetta onderzoekt mogelijkheden om keramiek slechts één keer te bakken en op een lagere temperatuur.
Keramiek één keer bakken
In haar project Raw.obj, waarin ze 3D-geprint aardewerk produceerde, onderzocht Benedetta of het mogelijk is om keramiek eenmalig te bakken. “Het probleem met eenmalig bakken is dat het glazuur aangebracht moet worden op de ongebakken klei. Dit moet gebeuren op precies het goede moment in het droogproces van de klei. Als de klei al te ver gedroogd is wanneer je het glazuur aanbrengt, dan stort het keramieken object in.” Om eenmalig bakken beter werkbaar te maken, gooide Benedetta het over een andere boeg. Ze deed uitgebreid historisch onderzoek en kwam terecht bij zelfglazurend keramiek.
Het belangrijkste ingrediënt van glazuur is glas dat over de keramiek heen smelt in de oven en een glanzende, beschermende laag creëert. Zelfglazurend keramiek zet dat begrip op zijn kop, omdat de klei gemengd wordt met glaspoeder, waardoor het keramieken object hetzelfde glanzende uiterlijk krijgt zonder twee keer gebakken te hoeven worden.
Parian Ware
Benedetta haalt inspiratie voor dit project uit Parian Ware, een manier van keramiek vervaardigen uit het Verenigd Koninkrijk in de 19e eeuw. “Ik kijk naar wat er al bestudeerd en gedaan is in het verleden, misschien met hele andere beweegredenen, en probeer dan om die traditie te kraken met het oog op de huidige vraag.” Parian Ware werd ontwikkeld om marmeren beeldjes en siervoorwerpen goedkoop te kunnen namaken. De samenstelling van het gebruikte porselein was zeer innovatief omdat het in een mal gegoten kon worden en daardoor massaproductie van de objecten mogelijk werd. Bovendien was Parian Ware zelfglazurend.
Met Parian Ware als basis onderzoekt Benedetta hoe zelfglazurend porselein het beste samengesteld kan worden. “Het is heel precies. Als er teveel glas toegevoegd wordt aan het mengsel, smelt het hele object of blijft het aan de bodem van de oven plakken. Als er te weinig glas in zit, krijg je niet het gewenste geglazuurde effect.” Benedetta maakt in haar project inzichtelijk wat de effecten van verschillende stooktemperaturen en samenstellingen op het keramiek zijn. Om de stooktemperatuur naar beneden te kunnen brengen, ontdekte Benedetta bijvoorbeeld dat het werkt om het porselein- en glasmengsel te mengen in een kogelmolen, dat is een mengmachine waarin het mengsel extra vermalen wordt door kogels die in de molen rondbewegen. Hierdoor ontstaat een egaal eindproduct.
Hergebruikte materialen en innovatie
Het porselein dat Benedetta gebruikt is gerecycled uit de porseleinindustrie en ook het glas dat ze toevoegt is hergebruikt. Voor dit onderzoek werkt Benedetta samen met de Rijksacademie Amsterdam.De gebroken glazen uit de kantine gebruikt ze om in haar keramiek te verwerken. Ook op deze manier probeert Benedetta de voetafdruk van haar werk zo klein mogelijk te maken. Benedetta waardeerde het aan de (w)aardewerk community of practice dat alle makers een gedeelde wens hebben om duurzaam te innoveren. “Iedereen heeft een eigen visie daardoor ontstaat een rijke omgeving om van elkaar te leren. Het vraagt om flexibel te zijn in het omarmen van elkaars benadering en tegelijkertijd is er veel ruimte voor een kritische blik en voor het delen van informatie.”
Benedetta hoopt mensen in de keramiekindustrie te inspireren om verder te innoveren. “Als designer ben ik materiaalgericht. Door te experimenteren, onderzoek ik de mogelijkheden van het materiaal en probeer ik daarover een nieuw verhaal te vertellen. Het is belangrijk dat makers en consumenten de industrie blijven vragen om hun energieverbruik te verlagen en met hergebruikte materialen te werken.”
Met dank aan Marianne Peijnenburg, Technisch Specialist Keramiek, Rijksacademie Amsterdam.
Dit project is mede mogelijk gemaakt door de Rijksacademie Amsterdam.
@benedettapompilistudio
benedettapompili.com
Tekst: Anke Vromen
Fotografie: Fan Liao