Sampler

Martine van ’t Hul & Daniël Maarleveld

Onderzoek

Borduurexpert Martine van ’t Hul werkt de laatste jaren steeds vaker met een computergestuurde borduurmachine. Die maakt het voor haar mogelijk om efficiënter te werken en grotere opdrachten te realiseren. Maar bij het werken met de borduurmachine gaat ook iets verloren: het handmatige, dat borduurwerk juist zo aantrekkelijk maakt, en in het verlengde daarvan het eigen handschrift van de maker. 

Heeft een borduurmachine echter niet ook een eigen handschrift, en kunnen de beperkingen van de machine niet ook nieuwe mogelijkheden bieden? Het zijn vragen die niet alleen relevant zijn voor Van ’t Hul, maar die ook grafisch ontwerper Daniël Maarleveld al geruime tijd bezighouden. Maarleveld en van ’t Hul ontwikkelden in het kader van het stimuleringsprogramma van Crafts Council Nederland gezamenlijk een lettertype dat uitgaat van de logica van de computergestuurde borduurmachine. Door deze logica uit te vergroten wordt de eigen, karakteristieke hand van werken van de machine onthuld. Zo borduren Van ’t Hul en Maarleveld machinaal voort op de handmatige borduurtraditie.

Aanleiding

Van ’t Hul leerde het borduren op jonge leeftijd van haar moeder en raakte eraan verknocht. Ze studeerde modevormgeving aan de Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem, tegenwoordig ArtEZ, en verwerkte in haar collecties steevast borduurwerk. “In mijn afstudeercollectie zat ook veel borduurwerk, ik merkte toen dat ik dat eigenlijk veel leuker vond dan de rest van de collectie en wat daar allemaal bij komt kijken,” zegt ze. Na haar academietijd werkte ze voor verschillende modehuizen. “Maar op een gegeven moment heb ik er voor gekozen om me alleen nog op het borduren te focussen. Daar waar mijn hart ligt.”

At some point I chose to focus only on embroidery. That’s where my heart is.

In 2011 kreeg ze via het bedrijf van haar partner opeens toegang tot een vijf kops borduurmachine. Van ’t Hul was eerst een beetje huiverig om ermee te werken, vertelt ze. Lachend: “Het was een machine van vijftigduizend euro, alleen daarvan werd ik al nerveus.” Maar de machine bood haar een belangrijk voordeel: het realiseren van grotere opdrachten, die haar van een inkomen voorzien. “Handwerk is voor veel opdrachtgevers te duur. Ik dacht op een gegeven moment: dat handwerk is allemaal wel leuk en aardig, maar eigenlijk klopt het niet in deze tijd, want ik kan er feitelijk niet van leven.”

Het werken met de borduurmachine bleek echter wel heel anders dan handborduren. “Als ik met de hand werk, ontstaat de creatie vanzelf. Ik ga zitten met een idee en met mijn garens en stoffen. Dan kom ik vanzelf in een soort werkflow. Als je machinaal borduurt moet je van tevoren een plan hebben, dat je uitwerkt in de computer. Dan zet je het ontwerp om in borduursteken zodat de machine het kan borduren. Dat planmatige, daar moest ik erg aan wennen.” Het karakter van handborduren vindt ze met de borduurmachine een uitdaging om te evenaren. “Zeker machinaal geborduurde letters ogen al snel heel standaard, en heel… Ongevoelig. Echt anders.”

Van ’t Hul hield zich al een tijd bezig met de vraag hoe ze handborduurwerk naar de machine zou kunnen vertalen, toen ze in het kader van het stimuleringsprogramma Maarleveld ontmoette. Maarleveld, op zijn beurt, probeert in zijn werk het handschrift van machines bloot te leggen om zo de ‘zachte’ kanten van machines te laten zien. Hij weet nog precies waar dat begon, zegt hij. “Ik liep op mijn achttiende stage bij iemand die plaatjes van een website liet exporteren via een script, om vervolgens zelf achterover te leunen. Hij liet de computer het werk doen. Dat inspireerde mij om met hulp van de computer steeds complexere ontwerpen te maken.” Het werd een rode draad tijdens zijn opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie. “Ik vond het fascinerend om de computer te dwingen om creatieve keuzes te maken, omdat ik dan verrast werd door de uitkomst. Je kunt eigenlijk zelf iets maken wat je nooit had kunnen bedenken.” Dat was voor Maarleveld destijds ‘een ontsnapping aan de bestaande ontwerpstijlen en de associaties die daar al aan hangen’, vertelt hij. “Het genereren van ontwerpen met een computer was een gebied waar nog veel viel te ontdekken, er was geen referentiepunt. Dat vond ik interessant.”

I found it fascinating to force the computer to make creative choices, because I would be surprised by the outcome.

Maarleveld en Van ’t Hul werden door het Crafts Council Nederland gekoppeld. Maarleveld: “Martine wilde graag de vertaalslag maken van handwerk naar machinaal, ik wilde graag een analoog product maken waarin het handschrift van de machine zichtbaar was. Onze uitgangspunten waren anders, maar er was wel een duidelijk raakvlak.”

Proces

In eerste instantie wilde vooral Maarleveld eigenlijk wegblijven bij letters, vertelt hij. “Ik maak al veel typografie. En ik zag het project ook eerst als een vormexperiment: ik was benieuwd hoe de computer geborduurde kleurstellingen of afbeeldingen zou omzetten, en hoe het eruit zou zien als je ze dan weer door de borduurmachine zou laten uitvoeren.” De twee begonnen met het vertalen van beelden naar borduursteken, waarbij ze werkten vanuit individuele pixels of juist vanuit de omtrek van afbeeldingen. Maarleveld: “De resultaten waren mooi, maar voor kijkers bleek het onduidelijk wat onze inbreng was geweest als makers.” 

Wat de twee wel meenamen uit hun experimenten: de borduurmachine zet afbeeldingen steevast om in een standaard borduurpatroon. De zoektocht naar een manier om een eigen handschrift te integreren in de borduursoftware bracht Van ’t Hul en Maarleveld terug naar het ontwerpen van een lettertype. Als startpunt hiervoor kozen ze de merklap, een testlap waarop borduurders bij wijze van oefening verschillende motieven en lettertypen borduren in de vorm van initialen of alfabetten, meestal in kruissteek. Maarleveld: “Wij wilden ook veel testen maken, van de vertaalslag van analoog naar digitaal, en terug naar analoog.”

Maarleveld: “Daarmee bleef de referentie aan de kruissteekletter behouden, maar sloten we meer aan bij de logica van de machine.” Op die letter ontwikkelden Van ’t Hul en Maarleveld verschillende varianties. Zo maakten ze een versie van de letter met dubbele lijnen, puur om de machine uit te dagen. “Dat deden we met opzet. De lijnen lopen parallel, maar zitten niet helemaal tegen elkaar. Dat kan de machine eigenlijk niet perfect doen, merkten we. Daardoor geven we de machine geen andere optie dan een klein beetje te falen.”

Samenwerking

In de samenwerking was Maarleveld vooral verantwoordelijk voor het omzetten van beelden naar ontwerpen voor de machine, en Van ’t Hul voor de uitvoering op de borduurmachine. Gezamenlijk gaven ze feedback op de analoge en digitale resultaten. Daarbij fungeerden de computer en met name de borduurmachine nog als extra partners in de samenwerking. Maarleveld: “Soms doet een computer of machine ook gewoon niet wat je wil. Dat kan irritant zijn. We hebben de machine echt beter moeten leren kennen. Ik kwam er bijvoorbeeld achter dat mijn voorstelling van hoe de machine werkte niet klopte. Soms ontwierp ik dus iets dat de machine helemaal niet efficiënt kon uitvoeren. Dan kwam Martine bij me terug met: ‘Mooi ontwerp Daniël, maar nu moet die machine vier uur lang draaien.’”

Van ’t Hul merkte op haar beurt dat ze in de samenwerking met Maarleveld ‘gepusht werd om meer uit haar software te halen’. “Daarom vond ik het zo leuk om dit project te doen. Sommige obstakels zou ik in mijn eentje misschien uit de weg zijn gegaan, ik ben niet zo software-minded. Maar uiteindelijk moet ik het met die machine doen, dus het was goed deze verder te onderzoeken en grenzen te verkennen.”

On the computer, it really is a different letter, very smooth and sleek. It is precisely the conversion to textile, where you can see the machine-made ‘mistakes’, that gives the letter its subtlety.

Resultaat 

Het resultaat van de samenwerking is een nieuwe lettermerklap, waarop de door Maarleveld en Van ’t Hul ontwikkelde letter is te zien. Van ’t Hul: “Net als bij een traditionele merklap laten we hiermee zien wat de verschillende mogelijkheden zijn van de techniek.” 

De letter bestaat alleen maar op textiel. Maarleveld: “Op de computer is het echt een andere letter, heel glad en strak. Juist de omzetting naar textiel, waarop ook de aan- en afhechting van de draad en de machinale ‘foutjes’ te zien zijn, geeft de letter zijn subtiliteit.” Als Van ’t Hul naar de letter kijkt voelt ze ‘de nostalgie van een echte merklap, zegt ze. “Ja, als je dichterbij komt zie je dat deze machinaal gemaakt is – misschien zit dat nostalgische gevoel hem dus nog wel meer in het ontwerp dan in de uitvoering. Tegelijkertijd blijft het machinewerk ergens ook handwerk. Het resultaat hangt af van wat voor garen ik in de machine span, wat voor stof ik eronder leg, wat voor weefsel dat is, of ik daar recht of schuin overheen ga, et cetera. Het is echt niet alleen maar een druk op de knop.”

Toekomstperspectieven 

Met de merklap willen Van ’t Hul en Maarleveld laten zien hoe borduurmachines op een andere manier gebruikt kunnen worden, zeggen ze. Intussen fantaseren ze over wat ze zouden kunnen doen met niet alleen hun letter, maar ook de opgedane kennis over de werking van de borduurmachine en de mogelijkheden voor het personaliseren daarvan. Van ’t Hul: “Dit zou ook een systeem kunnen worden voor het machinaal customizen van kleding met onze letter, of met een persoonlijk ontwerp. Technologie voor de toekomst, zeg maar, met elementen van traditie.”

@martine.van.t.hul
@daniel_maarleveld