De Borduurschool: Martine van ’t Hul

Tekst: Nora Veerman
Fotografie: Fan Liao 

Begin 2023 trok Martine van ’t Hul in haar splinternieuwe atelier in Hasselt, Overijssel. De pittoreske plaats wordt ook wel ‘klein Amsterdam’ genoemd, maar Martine kwam juist naar Hasselt om de ruimte, vertelt ze. Voorheen woonde ze in ‘groot’ Amsterdam, waar ze werkte vanuit een klein kamertje. Haar huidige atelier, een verbouwde koeienstal, is een stuk rianter. In het midden staat een flinke tafel waar meerdere projecten tegelijk op passen, plus de laptop met de software voor haar borduurmachine. De machine staat ook in het atelier. “Die durfde ik in Amsterdam nauwelijks aan te zetten,” zegt Martine. “Hij maakt een enorm kabaal. Hier kan dat prima.”

Martine maakt borduursels op maat voor onder meer bekende modeontwerpers, kunstenaars en theaters, maar ook voor particulieren die op zoek zijn naar een persoonlijk kunstwerkje van draad. Ook doet ze eigen projecten. Wat het werk van Martine uniek maakt is dat ze zowel handwerk als machinaal borduren beheerst. Het resultaat: ‘Handborduurwerk van machineprecisie en machineborduurwerk met een handwerkgevoel’, zoals ze op haar website schrijft.

Martine, kun je meer vertellen over het type borduurprojecten dat je doet?  

“Ik werk geregeld met modeontwerpers, ik ontwerp en maak borduursels voor hun kledingstukken. Soms komen er mensen bij me die vragen om een speciaal borduurwerk, bijvoorbeeld voor op hun trouwkledij of een bijzonder tafelkleed. Kortgeleden heb ik nog een heel persoonlijk herinneringswerk gemaakt, geborduurd met paardenhaar. Soms doe ik ook meer commerciële opdrachten, dan borduur ik bijvoorbeeld logo’s of emblemen op uniforms. Het werk is daardoor heel divers, dat spreekt me aan.”

“Daarnaast maak ik vrij werk. Ik werk meestal niet met een traditioneel patroon waarbij de vormen en kleuren vooraf al vastliggen, dat vind ik niet zo interessant. Ik ontwerp meestal wel een sjabloon. Dat vul ik vervolgens helemaal vrij in met borduurwerk. Ik heb eens een sjabloon gemaakt op basis van gedroogde bloemen die ik in huis had. Die heb ik platgeslagen op tafel. Daar heb ik foto’s van gemaakt, en die heb ik met inkt overgetekend op stof.”

“Met zo’n sjabloon ga ik dan voor mijn borduurraam zitten. Aan het begin heb ik meestal nog geen idee wat het gaat worden – alleen een vaag gevoel van garens en kleuren. En dan gebeurt het gewoon. Het borduurwerk ontstaat heel organisch onder mijn handen.”

Hoe laat je je inspireren?

Hier in mijn atelier heb ik een grote kast staan, daarin verzamel ik van alles. Bakjes met dingetjes in materialen en kleuren die ik aantrekkelijk vind. En kijk daar, een merklap van mijn moeder. Ik houd van een naïeve, een beetje kinderlijke beeldtaal. Nostalgie, vergankelijkheid, het vergane: dat soort gevoelens vind ik interessant om te vertalen in mijn werk. De natuur, en dan vooral bloemen, zijn een grote inspiratiebron. Daarvoor hoef ik niet ver te zoeken, natuur vind ik gewoon in de tuin.”

“Ik wil er wel altijd voor zorgen dat het werk niet truttig wordt. Soms laat ik het bijvoorbeeld lijken alsof iets niet af is, dan vul ik het half in, of laat ik losse draden hangen.”

“Ik vind het ook leuk om in opdracht te werken en samen met iemand iets te creëren. Dan onderzoek ik ideeën van anderen en kijk ik hoe ik die technisch mogelijk kan maken.”

Kan je je het moment nog herinneren dat je voor het eerst borduurde?

“Ja, ik weet het nog precies. Ik was zeven, en ik kreeg een borduurpakket cadeau, zo eentje van een voorgedrukte kat waar je in kruissteek overheen kon borduren. Dat ging een tijd lang overal mee naartoe. Ik kreeg hem van mijn moeder, geloof ik. Zij was altijd aan het borduren. Ze heeft het mij ook geleerd.”

“Ik ben opgegroeid op een boerderij, maar daar paste ik niet helemaal. Borduren was voor mij een vlucht uit de realiteit. Het was mijn eigen wereldje. Ik vond het heerlijk. Ik deed ook ander handwerk, zoals punniken, haken en breien, maar daar ben ik toch vanaf gestapt. Waarom juist het borduren is gebleven, vind ik lastig te zeggen. Misschien omdat ik het mijn moeder zo veel zag doen. En ik vind het fijn dat je in het borduren vrij kunt werken. Je kunt ervoor kiezen om een vast patroon te volgen, zoals bij breien of naaien, maar dat hoeft niet, je kunt je ook door de draad laten leiden.”

Je borduurt nu op hoog niveau, voor veel verschillende partijen. Hoe is dat zo gekomen?

“Ik heb eerst de MTS Mode en Kleding gedaan in Amsterdam, en daarna heb ik in Arnhem modevormgeving gestudeerd aan de kunstacademie. Al die jaren verwerkte ik telkens weer borduursels in mijn ontwerpen. Ik studeerde in Arnhem af met een kledingcollectie waar veel borduurwerk in zat.”

“Tijdens mijn opleiding in Arnhem leerde ik veel mensen kennen. Daardoor heb ik een groot netwerk op kunnen bouwen. Met veel van hen heb ik samengewerkt of werk ik nog steeds samen, of ze brengen me in contact met andere mensen uit het veld. Maar de meeste opdrachtgevers vinden me tegenwoordig via het internet, of via Instagram, daar krijg ik ook veel aanvragen binnen.”

Veel van je werk is heel verfijnd. Wat vind je daar zo prettig aan?

“Ik vind het heerlijk om zo in te zoomen. Dan wordt mijn werk net een klein landschapje, waar ik helemaal in op kan gaan. Het is heel meditatief.”

Je werkt ook met een borduurmachine. Dat lijkt heel tegenovergesteld aan handwerk. Hoe ben je daarbij terechtgekomen?

“Ik wilde graag van mijn borduurwerk kunnen leven, maar met alleen handborduurwerk lukte dat niet. Borduren met de hand is heel tijdrovend. De waarde wordt door kopers vaak onderschat.”

“Ik was handwerk gewend, machines vond ik altijd mwah. Mijn man had een textielzeefdrukkerij, en die kocht op een gegeven moment een hele grote borduurmachine. Daar begon ik in de avonden toch een beetje op te pielen. Ik werd daar wel een beetje nerveus van, want dat ding kostte vijftigduizend euro, hij mocht natuurlijk niet stukgaan.”

“Het omslagpunt kwam toen een ontwerper me vroeg hem te helpen met het borduren van een aantal mantels. Hij had er eentje met de hand gemaakt voor zijn modeshow in Parijs. Een uniek item, maar toen kreeg hij opeens een grote bestelling binnen, dus er moesten er op korte termijn meer komen. Hij zat met de handen in het haar. Ik zei: ‘Wacht eens, volgens mij weet ik wel een manier.’”

“Ik heb nu zelf een borduurmachine. In het begin vond ik het echt een monster, het heeft even geduurd voordat ik er echt mee aan de gang durfde. Maar nu kan ik er goed mee overweg. In 2016 heb ik Het Borduurburo opgericht. Onder die naam werk ik samen met ontwerpers, vooral uit het hoge segment, aan bijvoorbeeld machineborduursels voor hun ontwerpen.”

Hoe werk je anders op de machine dan met de hand?

“Als ik met de hand borduur, denk ik het ontwerp meestal niet helemaal van tevoren uit. Ik werk redelijk intuïtief. Om te borduren met de machine moet je echt een compleet plan hebben. Ik maak het ontwerp vooraf in de computer, en dan voer ik het uit op de machine.”

“Het ontwerpen op de computer is even een klus, maar als het borduurontwerp eenmaal in mijn computer staat, kan ik het makkelijk vaker uitvoeren. Dat is handig als er grote aantallen gemaakt moeten worden, of als ik het in een andere kleur wil uitproberen.”

“Het materiaalgebruik is ook anders: in tegenstelling tot handwerk komt er bij machine borduren veel kracht op de draad te staan. Die moet sterk zijn, anders breekt hij. Dus zijn veel draden van polyester, terwijl ik graag met natuurlijke materialen werk. Het is moeilijk om natuurlijke materialen te vinden die geschikt zijn voor de machine. Daar ben ik momenteel wel onderzoek naar aan het doen.”

Op je website staat: machineborduurwerk met handwerkgevoel. Wat bedoel je daarmee?  

“Machineborduurwerk wordt vaak nogal strak en precies, echt machinaal, zeg maar. Ik vind het vaak een beetje plat en ongevoelig. Ik zoek continu naar manieren om machinaal borduurwerk een handwerkuitstraling te geven: wat persoonlijker, met meer karakter. Tijdens het proces van machinaal borduren grijp ik vaak in. Ik laat de machine bijvoorbeeld vlakken expres niet helemaal opvullen. En ik vind het juist mooi als de machine een oneffenheid borduurt, of als je ergens een aan- of afhechting ziet. Dat maakt het menselijk.”

Wat zou je, als professioneel borduurder, aan beginnende borduurders willen meegeven?

“Borduren kan heel ingewikkeld lijken, maar het valt echt wel mee! De simpelste steek, de rijgsteek, is al zo prachtig – daar kun je eindeloos mee variëren en hele mooie dingen mee doen.”

De Borduurschool is een initiatief van Crafts Council Nederland. Door middel van overdracht, presentaties, onderzoek en lezingen bouwen we met elkaar een ecosysteem voor het borduren. De verhalen, vitale kennis en kunde dragen we over aan de jongere generaties. Dit is noodzakelijk om het immaterieel erfgoed van de borduurtechnieken te bewaren en toekomstbestendig te maken.