De Borduurschool: Fatima Abbadi
Tekst: Nora Veerman
Het is een vrijdagochtend, negen uur. Buiten waait een klamme wind, maar in buurthuis De Linie in Capelle aan den IJssel is het warm. Op een lange tafel staan mokken thee en koffie, schalen zelfgebakken koekjes en doosjes met garens. Eromheen zitten zes vrouwen van verschillende leeftijden. Ze praten en lachen met elkaar in het Arabisch of Nederlands, terwijl ze motieven borduren op katoenen stof: planten, bloemen, vogels en sterren, uit Syrië, Palestina, Irak of Jordanië.
Fatima Abbadi loopt rond. Af en toe buigt ze zich over een van de vrouwen heen, wijst iets aan, of maakt een praatje. Fatima is de oprichter van deze borduurgroep, die op het internet staat geadverteerd als een cursus Arabisch borduren. In werkelijkheid is het veel meer, vertelt Fatima. De borduurgroep is een plek waar vrouwen elkaar kunnen ontmoeten en waar verdwijnende Arabische borduurtradities nieuw leven worden ingeblazen.
Om bij het begin te beginnen: hoe kwam jij zelf in aanraking met Arabische borduurtradities?
‘Ik heb een Jordaans-Palestijnse vader en een Italiaanse moeder. Ik ben geboren in Abu Dhabi, in de Verenigde Arabische Emiraten. We hadden buren uit allerlei Arabische landen die allemaal hun eigen cultuur meebrachten, waaronder prachtige kledingstukken: dishdasha’s bezet met pailletten, of jurken met Palestijns handborduurwerk. Mijn moeder leerde borduren en ik leerde het weer van haar, toen ik een jaar of tien was. Ze gaf me alleen een patroon. Ik moest zelf uitzoeken hoe het werkte: waar ik de naald in de stof moest steken, en waar hij er weer uit moest komen.’
‘Toen ik vijftien was, verhuisden we naar Jordanië. Daar woonden veel Palestijnen sinds 1948, het jaar dat de staat Israël werd gesticht. Palestijnen werden met geweld uit hun huizen verdreven en werden vluchtelingen van hun eigen thuisland, Palestina. Ons huis vulde zich met Palestijns borduurwerk. We maakten veel zelf: jurken, kussens, noem maar op.’
Hoe zag dat borduurwerk eruit?
‘De basis van Palestijns borduurwerk bestaat uit kruissteken, maar er worden ook andere technieken gebruikt, zoals satijnsteken, couching of patchwork. Afhankelijk van de regio worden verschillende steken gecombineerd om patronen te maken.’
‘Alle patronen hebben een betekenis. Daarin spelen ook kleuren een belangrijke rol. Vroeger konden vrouwen zich identificeren door middel van hun kleurgebruik. Elk gebied in Palestina had bijvoorbeeld zijn eigen kleur rood. Blauw werd in het zuiden van Palestina vooral gedragen door Bedoeïense weduwen uit de regio Bir Saba’. Een geborduurde jurk was voor een vrouw als een soort ID-kaart. Er waren er geen twee hetzelfde.’
Wat is er sindsdien veranderd?
‘Deze jurken worden nauwelijks meer gedragen. Het meeste borduurwerk dat je nu nog ziet, is machinaal gemaakt. Het wordt op grote schaal geproduceerd, meestal met synthetische garens. Er worden allerlei motieven naast elkaar gelegd. Er is geen aandacht voor de betekenis van de patronen, de combinaties slaan nergens op.’
‘Daardoor verdwijnt de kennis van patronen en hun betekenissen. Daarvan is weinig gedocumenteerd. In de Arabische wereld zijn we niet zo van het documenteren, we geven vooral mondeling verhalen door. Dat is niet per se iets negatiefs, maar door weinig vast te leggen is er wel veel verloren gegaan, bijvoorbeeld tijdens oorlogen of door gedwongen verplaatsing.’
Waarom is het bewaren van die kennis zo belangrijk?
‘Het bewaren van kennis over Arabische borduurtechnieken, zoals elke vorm van kunst en cultuur, is belangrijk omdat deze de menselijke kant van de geschiedenis laat zien. Neem Italië, waar mijn moeder vandaan komt. Daar is heel veel opgeschreven en opgeslagen. Al die oude kunstwerken bewijzen dat de geschiedenis niet alleen uit oorlogen bestond, maar dat mensen cultuur voortbrachten en die continu uitwisselden.’
‘Als ik kijk naar het vele geweld in Palestina en de rest van de wereld, denk ik: waar vechten we om? We zijn toch allemaal mensen? Menselijkheid is wat we met elkaar gemeen hebben, en waar we voor moeten gaan staan.’
Hoe doe je dat, een borduurtraditie vastleggen, als er zo weinig van over is?
‘In 1997 verhuisde ik naar Italië om te gaan studeren. Borduren deed ik toen niet meer, maar fotograferen wel. Elke keer dat ik terugging naar Jordanië fotografeerde ik vrouwen in Palestijnse jurken. In die tijd ontmoette ik Widad Kawar, een verzamelaar en expert op het gebied van kleding en textiel uit Palestina, Jordanië en andere Arabische landen. Haar grote collectie is gehuisvest in museum Tiraz in Amman, Jordanië. Ik bezoek haar elk jaar, dan fotografeer ik kledingstukken uit de collectie en teken ik borduurpatronen over. Ik vraag rond naar de betekenis en bestudeer de steken. En ik gebruik de patronen voor de borduurgroep.’
Hoe ontstond die borduurgroep?
‘Toen ik in 2019 naar Nederland kwam, wilde ik hier iets doen tegen het verdwijnen van de Arabische borduurtradities, zoiets als Widad doet in Jordanië. Toen heb ik de borduurgroep opgericht. Het is ook een plek voor Arabische vrouwen om bij elkaar te komen en te praten over hun ervaringen.’
Wat gebeurt er in de borduurgroep?
‘De vrouwen leren borduren zoals ik het zelf ook geleerd heb. Ik geef ze een patroon en leg kort iets uit: zo maak je een kruissteek, en je kunt het patroon van links naar rechts of van boven naar beneden volgen, er is geen vast schema. Daarna is het aan hen. Wie hulp nodig heeft, kan die aan een van de andere vrouwen vragen. Borduren is een manier om in gesprek te raken.’
‘Ze beginnen meestal met een klein Palestijns kruissteek-patroon: een ster, een cypres. Als ze het zelfvertrouwen hebben om een volgende stap te nemen, laat ik ze zelf een patroon kiezen en kleuren uitzoeken. In deze groep blijven we zo veel mogelijk bij bestaande patronen. Het gaat om behoud: Als je allerlei kleuren en patronen gaat combineren, raak je de geschiedenis kwijt. Het is belangrijk om eerst een goed begrip te hebben van je geschiedenis, vind ik. Daarna kun je ermee doen wat je wilt.’
De Borduurschool is een initiatief van Crafts Council Nederland. Door middel van overdracht, presentaties, onderzoek en lezingen bouwen we met elkaar een ecosysteem voor het borduren. De verhalen, vitale kennis en kunde dragen we over aan de jongere generaties. Dit is noodzakelijk om het immaterieel erfgoed van de borduurtechnieken te bewaren en toekomstbestendig te maken.