Meet the Maker: Cees van Soestbergen

‘Mijn naam is Cees van Soestbergen, ik ben traditioneel beeld- en ornamentsnijder. Vanaf 1800 is mijn familie onafgebroken werkzaam in het hout. Ik ben inmiddels de vijfde generatie Van Soestbergen die met hout werkt maar ik heb jammer genoeg geen directe opvolgers. Mijn zeven neven en nichten zitten allemaal in de IT en dergelijke. Er zijn wel een aantal geïnteresseerden bij mij in de leer geweest. Toch ben ik van mening dat je het ambacht aangereikt moet krijgen. Het is een specifiek milieu waarin alles meegegeven wordt. Als je je grootvader hebt zien werken en zijn verhalen daarbij gehoord hebt, dan gaat heel veel automatisch.’

Hoe ben je begonnen met snijden?
‘Toen ik jong was dacht ik laat mij maar lekker boer worden want mijn vader was helaas niet mijn beste voorbeeld. Na de landbouwschool heb ik twee jaar vee-verloskunde gestudeerd en ben ik een tijd werkzaam geweest op verschillende boerderijen. Ik heb daar veel geleerd over de houding die je moet hebben om je ambacht uit te oefenen; systematisch denken en handelen, hard werken en nooit opgeven. Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan, nadat ik bij de vakschool in Duitsland, Fachschule für Holzschnitzerei, terecht kwam wist ik: dit is het! Uiteindelijk ben ik maar ruim een jaar in Duitsland geweest want ik had het geld niet om door te gaan.’

Meet the Maker: Cees van Soestbergen

‘Tegenwoordig zijn er ook in Nederland opleidingen voor restoratoren. Je zou verwachten dat er tijd en ruimte is voor enige ambachtelijke scholing binnen zo’n opleiding. De studenten hebben het vermogen om een universitaire studie te doen maar hebben van huis uit vaak geen ambachtelijke vaardigheden aangereikt gekregen. Dat is een hele andere invalshoek. De universiteit gaat ervan uit dat je conserveert en de kennis wordt daarom theoretisch aangereikt. Ik ben van mening dat je het juist vanuit een werkplaats aangereikt moet krijgen. Je kan aan hout voelen wat je er mee kan en wat je er niet mee kan. Wat dat betreft is het MBO veel ambachtelijker ingesteld, daar leren ze bijvoorbeeld nog verbindingen maken. Elementaire kennis die nodig is binnen het ambacht. Zelf geef ik ook les op de universiteit maar sinds dit jaar heb ik nog maar vier dagen (gedurende de gehele opleiding!) om de studenten iets bij te brengen. Ik ram er zo veel mogelijk in en neem veel fragmenten mee naar de opleiding. Ik vraag de studenten de tijdsperiode, de stijl en het materiaal te herkennen. Vaak staan ze dan al met hun mond vol tanden. Tijdens mijn laatste les neem ik ze altijd mee de stad en geef ik ze allemaal een verrekijker zodat ze zich kunnen focussen op de details. Wat ze dan zien! Kijken met aandacht is zo belangrijk.’

Wat zijn uitdagingen binnen jouw werk?
‘Alle onderdelen werden vroeger door verschillende mensen uitgevoerd. Iemand was gespecialiseerd in het grove werk, de ander in detaillering, de een in bladeren en bloemen, de ander in lichamen. Wat er tegenwoordig van je wordt verwacht in dit ambacht is ontzettend fragmentarisch. Er is geen specialisatie een specifieke stijlperiode. Je zou in elke stijl iets moeten kunnen restaureren. Er wordt eigenlijk van vakmensen verwacht dat ze alles kunnen. Ik ben inmiddels 47 jaar bezig en reis nog steeds overal naar toe om informatie te vergaren. Je moet voor dit vak mateloos nieuwsgierig zijn. Ik heb zelf een bibliotheek met een 2000 boeken. Als ik een opdracht krijg, ga ik nog steeds eindeloos zoeken. Ik moet terug naar het moment wanneer het is gemaakt, hoe het geboren is en door welke handen het is gemaakt. Het mooie aan het restaureren is dat het niet sneller kan dan het gaat. Het hele proces, het zoeken, is alleen maar vertragend. Je moet voortdurend wakker blijven in het proces en de zoektocht. Je concentratie staat constant op scherp én er moet rust zijn.’

Meet the Maker: Cees van Soestbergen

‘Beeldhouwwerk ontstaat op locatie. Ik heb meegewerkt aan de reconstructie van het spiegelretourschip de Batavia. We zaten hierbij niet aan de tekentafel maar werkten op de bouwplaats, soms hebben we wel vier keer op een dag het plan aangepast. Het ambacht stuurde de bouw van het schip als het ware. Soms vroegen we ons af hoe we iets in godsnaam voor elkaar moesten krijgen. We waren vaak met een man of zestig aan het werk en gooiden het dilemma in de groep. Het was keer op keer een waanzinnige klus om erachter te komen. Het mooie aan zo’n samenwerking zag je ook terug in de gildes. Dat was een enorm veel sociaal contact. Dat is tegenwoordig ook een probleem: probeer maar eens mensen te vinden die het met je samen kunnen doen.’

Heb je al jouw kennis opgeschreven?
‘Nee want daar gaat het niet om! Je moet het doorgeven aan de werkbank. Er zijn vakboeken die aan het begin van de twintigste eeuw geschreven zijn, dat zijn fantastische boeken. Ze zijn geschreven vanuit de werkplaats en zetten alles uiteen wat relevant is in een werkplaats.’

Meet the Maker: Cees van Soestbergen

‘Ik ben intensief bezig geweest met het onderzoeken van gildes. Vak overdracht zoals het gilde dat deed leverde immens goede vakmensen. In 1822 werd definitief besloten dat de gildes afgeschaft moesten worden. De titel voor meester-timmerman/bakker/etc. had geen grond meer en werd steeds vaker door jan en alleman gebruikt. De kwaliteit van ambacht ging sterk achteruit. Door de ‘Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen’, die ten doel had om de onderklasse te gaan verheffen en weer een kans te geven, is veel kennis behouden gebleven. Ze schreven prijsvragen uit voor de zelfbenoemde meester-ambachtslieden. Door die prijsvraag beschreven makers gedetailleerd hun ambacht, een commissie beoordeelde de kwaliteit en uiteindelijk werd het beste uitgegeven als boek. Dit is de eerste vorm van vakboeken die later gebruikt werden in het vakonderwijs. Die boeken hebben de werkplaats als fundament’

Hoe zie jij de toekomst voor het ambacht?
‘Tegenwoordig is de basis voor ambacht totaal anders. Het begint al bij kinderen. Vroeger moesten kinderen zich fysiek kunnen inspannen en werd er volop gespeeld en ontdekt. De meeste mensen waren rond hun veertigste echt op. Inmiddels is de hele houding naar het leven veranderd. Vrijwel alles is binnen handbereik op het Internet. De hele manier van denken en het ontwikkelen van een ambacht vereist de mogelijkheid om je imaginair te kunnen opstellen. Vroeger brachten gelovigen je dat al vanaf de wieg bij; iets zien wat er niet is.’

Meet the Maker: Cees van Soestbergen

‘Maar het gaat sowieso door, hoe dan ook! Er zijn altijd mensen die de droom zoeken. Ik merk het tijdens het lesgeven. Het is snel in jonge mensen wakker te krijgen maar het is niet voor iedereen weggelegd. De mensen die er meer over willen weten zoeken mij vaak later nog eens op. Iemand die dit wil, moet over veel geestkracht beschikken en niet loslaten. Ook moeten er opdrachten zijn om zodat het vak overgegeven kán worden. Dit ambacht ga je niet uitoefenen voor het geld, het is een investering in het ambacht.’

Wat kan Crafts Council Nederland doen?
‘Het gaat er eigenlijk om wat jullie nu ook doen; je ziet een probleem en gaat ermee aan de slag. Net zoals ‘Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen’. Als jullie ook prijsvragen zouden gaan uitschrijven zou dat helemaal niet zo gek zijn. Het gesprek aangaan is de eerste stap. Wij zijn namelijk die kant van de lijn die nooit z’n mond open doet en daarom blijft het binnen de muren van een werkplaats. Je moet als ambachtsman ook nooit het gevoel hebben dat je mensen een ambacht kan leren, je moet het overdragen.’

Meer Meet the Maker? Klik hier. 

Meet the Maker: Cees van Soestbergen